Uitvaart-Dienst van Pater Léon Gadet

te Heythuysen op zaterdag 1 april 2006.
De celebrant was Pater Provinciaal Piet Kramer.

Inleiding.

 

Ik kende Léon aanvankelijk alleen maar van de keren dat hij met zijn zakenmankoffertje in Boxtel verscheen op zijn jaarlijkse zakenreis naar België en Nederland ten dienste van de belangen van de Rwandese kerkprovincie.


Léon met zijn klasgenoot Henk Kager te Heythuysen op de Jubilarissendag , 29 juni 2005.

Eenmaal voorgoed teruggekeerd naar het vertrouwde Limburg vierde ik zijn gouden jubileum mee in Gellik. Een overvolle kerk en een hartelijke receptie naderhand in het dorpshuis bewezen wel hoe goed hij zich daar had ingeleefd en hoe dankbaar de mensen waren voor de diensten in de kerk en voor de zieken die hij nog bewees.

 

Tenslotte volgden ontmoetingen in het ziekenhuis in Tongeren en hier, in Heythuysen. Hij was toen al erg ziek. Maar hij was helder van geest en bleef een gezellige prater. Zo gaf hij tot het einde toe uiting aan zijn blijvende belangstelling in het wel en wee van Rwanda, in zijn familie en zijn verlangen nog naar Gellik terug te keren.

 

Nuchter stemde hij in met ons voorstel om eerst in Heythuysen op verhaal te komen. Hier vond hij goede verzorging en de belangstelling van zijn medebroeders. En hier is hij in vrede gestorven.

 

We zijn hier samen gekomen om te danken voor zijn leven in dienstbaarheid aan de gelovige gemeenschappen in Rwanda. En in ons gebed bevelen we deze dienaar van  Gods volk, deze trouwe knecht en beheerder van Gods gaven, vol vertrouwen aan  Gods barmhartigheid toe.

 

Preek.

 

Léon was te Maastricht  geboren op 24 Mei 1926:  in het gezin van Gustave Gadet en Anna Maria Holten. Hij was de oudste van zes kinderen. Hij ging naar de HBS. Maar een ontmoeting met de Maastrichtse Pater Servaas Schumacher riep bij hem het verlangen op om ook Missionaris van Afrika te worden. Hij werd opgeleid in Sterksel, op ” St. Charles” bij Boxtel en hij deed zijn noviciaat in ’s Heerenberg.

 

Eulogie van de familie

De laatste jaren voor zijn wijding studeerde hij in Thibar (Tunesië). Hij legde  de missionariseed af op 27 juni 1954 en hij werd  in de kathedraal van Carthago op 10 april 1955 tot priester gewijd.

 

Léon werd benoemd voor Rwanda, voor het bisdom Nyundo en de missie van Ruhengeri. Een van de eerste Afrikaanse bisschoppen, Mgr. Bigirumwami, werd zijn bisschop. Léon had grote waardering voor diens leiding. En de bisschop vertrouwde hem  door en door.

 

Léon leerde de mensen kennen en legde zich toe op de taal, Kinyarwanda. “Ik ben hier aangekomen en voelde me meteen thuis, schreef hij “aardige mensen. Zij vermaken zich met mijn koeterwaals maar helpen me ook de taal te leren”. Hij leerde ook de blanke koloniale bestuurders kennen, had ook met hen een goede verhouding, maar zorgde er naar eigen zeggen wel voor om geen verschil te maken tussen "blanken" en "zwarten".

 

Léon was een praktische werker. Hij was al gauw bezig met het bouwen van een kweekschool, meisjesscholen, een kerk en een zustershuis en een huis voor catechumenen. Daar liep het storm: ”Het is moeilijker catechumenen en scholieren te herbergen dan ze te krijgen”, schreef hij.

 

Overgeplaatst naar Nyundo werd hij in 1962 assistent van de Rwandese econoom van het bisdom. ”Het is moeilijk een geschikter mens als deze abbé te vinden: zowel voor het werk als voor contacten” vond Léon waarderend. Deze functie werd een leerschool voor zijn verder leven.

 

Want ondanks vrij korte perioden als pastoor in Ruhengeri, Nyundo en Cyangugu werden Léon’s praktische gaven en zijn zakelijk inzicht vooral ingezet ten dienste van de materiele belangen van het missiewerk. In 1966 werd hij  algemeen econoom in Kigali, de hoofdstad, waar hij  zorg droeg voor de procuur en het gastenhuis.

 

En in 1976 benoemden de bisschoppen hem tot directeur van GEMECA voor Rwanda. Gemeca  behartigt en coördineert de  financiële  en zakelijke belangen van   bisdommen, missies en congregaties in Centraal Afrika. “Ik heb er niet om gevraagd”, schreef hij veel later. Maar hij deed dit werk bekwaam en met verve, met toewijding en voldoening.

 

Hij werd ook betrokken bij RAPTIM, het reisbureau voor missionarissen. Hij zorgde voor vervoer voor missie personeel, kocht bouwmaterialen in voor kerken- en scholenbouw en overzag de werkzaamheden. Hij hield de boeken bij van bestellingen door bisdommen en keerde salarissen uit. Hij was afhankelijk van de Bisschoppen Conferentie die hem vertrouwde en zijn ambtstermijn telkens weer verlengde omdat ze op hem konden rekenen.

 

Pater Kramer met concelebrant Rob van Iterson.

Tenslotte verzuchtte hij ooit: “Ze hebben wel heel veel op mijn persoontje neer laten komen. En ik heb misschien wel te vaak JA gezegd. Maar ze vinden dat ik het wel red. Ik doe wat ik kan. De rest is voor onze lieve Heer “. Samen met de economen van Rwanda, Burundi en Bukavu en de zaakgelastigden in de Bisdommen en Congregaties vormde hij een efficiënt netwerk  Hij was zakelijk maar bleef goed gemutst en benaderbaar. Hij  had niet alleen belangstelling voor het papierwerk en het zaken doen maar ook zorg voor mensen. En zijn inzet werd gewaardeerd. Ook hij kreeg- net als zijn om andere redenen geridderde broers- de onderscheiding van de orde van Oranje Nassau voor zijn werk als econoom.

 

Voor hem was dit werk voor het welzijn van de geloofsgemeenschappen in Rwanda echter allereerst dienstwerk: Dienst aan Rwanda.

Dienen is geen erg populair woord. “ Je moet voor jezelf opkomen”, zegt men tegenwoordig. Dat is OOK waar. Maar echt en waarachtig jezelf worden, je ware zelf zijn, zijn wie God bedoelde dat je zou worden, houdt in dat je ook dienstbaar kunt zijn. Dat je ook over je eigen begrensdheid, je eigen beperktheden, je eigenbelang heen kunt kijken en ook voor anderen  kunt leven. En niet alleen met mooie woorden en vrome gedachten, maar daadwerkelijk.

 

Niet alleen door je in te zetten voor het geestelijke heil van mensen, maar ook door daadwerkelijke zorg voor hun welzijn. "De mens leeft niet van brood alleen”, zegt het evangelie terecht. Maar zonder brood-op-de-plank gaat het ook niet. Er moet niet alleen gepreekt worden, maar er moeten ook gebouwen zijn waar mensen samen kunnen komen om het woord te horen en te vieren.

 

In het evangelie is een leven in dienstbaarheid een echte roeping. “Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen”, zegt Jezus van zichzelf. En hij ging niet alleen rond om te preken maar ook om zieken te genezen. Om armen een riem onder het hart te steken. En zo zegt hij tegen zijn leerlingen:”Wie zou de trouwe en verstandige beheerder wel zijn die de Heer over zijn werkvolk heeft aangesteld om hen op tijd te geven wat ze nodig hebben? Gelukkig de dienaar die de Heer bij zijn komst daarmee bezig vindt. Ik zeg u naar waarheid: Hij zal hem aanstellen over alles wat hij bezit”.

 

Dienen. Dat is soms veel gevraagd. Want Léon heeft in zijn geliefde Rwanda ook harde tijden meegemaakt. Er waren grote spanningen rond de onafhankelijkheidsverklaring. Spanningen tussen de twee voornaamste stammen. Dat leidde tot een ontlading bij de staatsgreep in begin jaren zestig. Tienduizenden mensen op de vlucht, verdreven van huis en haard tot over de grenzen van de nabuurlanden heen.

 

Léon zette zich in voor de opvang van vluchtelingen. En toen, in de jaren negentig, een volkerenmoord als reactie op de invasie door wie jaren tevoren hadden moeten vluchten. Dat heeft dood gezaaid en ontzettend veel leed veroorzaakt. Het heeft ook missionarissen, ook Léon, diep geraakt. Maar hij keerde, na eerst uitgeweken te zijn, spoedig terug naar het land en volk dat hij had leren liefhebben en dat hij wilde blijven dienen. Meer dan ooit besefte hij dat hij niet meer kon doen dan zijn best. En dat onze lieve Heer dan voor de rest zou moeten zorgen.

 

Klaarmaken van de Offergaven.

Tenslotte, na meer dan veertig jaar in Rwanda, begaf zijn toch al nooit robuuste gezondheid het. Hij droeg zijn taak over en keerde terug naar het land rond Maastricht. Hij trok in bij zijn zus. Er was het vertrouwen en de hartelijkheid van dorpsgenoten, de genegenheid van familie en vrienden. Er was de nabijheid van de Genkse missionaris gemeenschap.

 

Hij kende nog goede jaren ondanks het verdriet om de dood van zijn zus. En na de schone voleinding van zijn gouden feest: ziekte. De zorg van medebroeders en verplegend personeel in België en Nederland. En tenslotte zijn dood: De Heer klopte aan en Léon was bereid. Nu nodigt de verrezen Heer  Léon  uit aan de tafel  waar hij zelf rondgaat om te bedienen. Na de lange vasten van groeiende afhankelijkheid en ziekte: nu het Pasen van eeuwig leven.

 


Foto-reportage van de begrafenis van Léon Gadet. Klik hier.

Webmaster-NL

Vorige pagina